Het RenoBlue® element is uitsluitend geschikt voor na-isolatie van de binnenzijde van hellende daken die voorzien zijn van een goed dakbeschot.
Het element kan gemakkelijk worden gemonteerd met nieten, schroeven of klemlatten. Zie onze montagehandleiding onder downloads.
1. Inmeten
Voordat de RenoBlue® elementen worden gemonteerd, is het belangrijk om eerst te meten. Voor het bepalen van de benodigde maat houden wij het midden van de gordingen minus 10 mm aan.
2. Zagen
Het op maat zagen van de RenoBlue® elementen kan gemakkelijk middels een decoupeerzaag of cirkelzaag. Zorg ervoor dat er zo min mogelijk katoenisolatie wordt weggezaagd, deze is namelijk weg te werken tussen de gordingen en zo ontstaan er geen naden (overmaat van 30-70 mm mogelijk ten opzichte van de Agnesplaat). Mocht er toch katoenisolatie te veel zijn (meer dan 70 mm overmaat), dan kan deze gemakkelijk met een isolatiemes bewerkt en gezaagd worden. Houd rekening met minimaal een vingerdikte ruimte tussen de toplaag en de bouwmuur zodat de plaat goed gemonteerd kan worden aan de uiteinden.
3. Montage
a. Tijdens de montage van de RenoBlue ® elementen moet de isolatie weggedrukt worden tegen de gording. Dit zorgt ervoor dat de isolatieplaat mooi tussen de gordingen past/valt.
b. Laat het vervolgens terugveren totdat er zowel bovenals onder een oplegging van minimaal 20 mm is. Let op! Zorg ervoor dat er geen katoenisolatie tussen de gording en de Agnesplaat zit.
c. Vervolgens kan de Agnesplaat, indien goed gepositioneerd, vastgeniet worden. Dit moet hart op hart om de 100 mm worden vastgezet. Dit kan bij elke plaat herhaald worden tot de laatste plaat (laatste plaat op maat zagen, zie stap 2 voor het zagen op maat). Zorg ervoor dat de platen onderling goed in elkaar worden gedrukt middels de veer-en-groefverbinding van de Agnes platen.
4. Doorvoeren
Mochten er zich doorvoeren in het hellend dak bevinden, dan kan de Agnesplaat gemakkelijk bewerkt worden om de doorvoeren door de plaat heen te laten lopen. Hier hoeft in de meeste gevallen geen katoenisolatie verwijderd te worden, want deze kan gemakkelijk worden weggedrukt. Ook zorgt dit voor een betere aansluiting en elimineert dit de naden. Dakdoorvoeren die brandgevaarlijk zijn afwerken met brandwerend materiaal.
5. Afwerken met plinten
Over de kopse kanten van de Dewin RenoBlue ® elementen dienen nog Agnesplinten geplaatst te worden voor de afwerking tussen de platen onderling. Vervolgens kunnen de plinten het beste met nageltjes om de 100 mm vastgezet worden. De Agnesplinten zorgen vervolgens voor een volledige afwerking van het hellende dak.
Controle
Voordat het RenoBlue® element voor hellend dak wordt gemonteerd, moet de toepassing waarop het gemonteerd wordt goed geïnspecteerd worden op eventuele vochtproblemen en/of scheuren. Hellende daken die onderhevig zijn aan vochtdoorslag, opstijgend vocht, binnendringend regen water en/of vorstschade zijn ongeschikt.
Onderhoud
Voor het schoonmaken van de Dewin RenoBlue® element voor hellend dak kan een vochtige doek gebruikt worden en eventueel i.c.m. een scheutje allesreiniger.
